Het ideale van penvissen is dat je licht bepakt bent en hierdoor gemakkelijk kunt verkassen. Het is daarom handig om meerdere plekjes te maken en die een voor een af te vissen. Wanneer je niks vangt kun je door naar het volgende plekje en zo verder. Daarom is voorvoeren met penvissen belangrijk.
Het is belangrijk om voor te voeren tijdens het penvissen, omdat je hierdoor je vangkans vergroot. Karpers moeten zich vertrouwd voelen om te eten en dit doe je door ze eerst kennis te laten maken met de plek en het voer. Voorvoeren kun je met zowel klein als groot aas doen en het is belangrijk dat je de juiste hoeveelheid voert.
Om erachter te komen hoe je precies moet voorvoeren en waarom dit je vangkans vergroot moet je dit artikel lezen. Hierin leg ik namelijk precies uit waarom het voorvoeren zo belangrijk is en hoe het ervoor zorgt dat je meer en sneller karper gaat vangen.
Waarom voorvoeren met penvissen
Omdat je als penvisser echt opzoek gaat naar de karper, is het belangrijk dat je je kansen vergroot door veel te wisselen van plek. Natuurlijk hoef je niet kilometers te verkassen, maar je kunt wel steeds naar andere obstakels toegaan in hetzelfde stuk water. De karper is van zichzelf een prooivis, dit betekent dat de karper zich niet zelf vertrouwd voelt. Met het voorvoeren zorg je ervoor dat een bepaalde plek rust krijgt en je geeft de karper de tijd om de plek te ontdekken en wat te proeven van je aas. Dit zorgt ervoor dat de karper zich vertrouwd gaat voelen en als je dan je aasje erbij legt hij sneller deze pakt. Ook azen karpers vaak in groepen. Door een voerplek te maken kunnen alle karpers meegenieten van het eten en vergroot je alleen maar meer je kansen.
Welke aassoorten voorvoeren
Voor het voorvoeren op karper kun je echt van alles gebruiken. Als eerste kun je natuurlijk het bekende mais gebruiken. Omdat ik eerder al een artikel over mais heb geschreven kun je hier klikken voor info over mais. Andere goede aassoorten zijn tijgernoten, pelletjes, kikkererwten en partikel mixes. Pelletjes moeten oplossen in het water en hiermee smaakstoffen achterlaten. Dit proces gebeurt alleen wanneer de watertemperatuur hoog genoeg is. Gebruik daarom pelletjes vooral in de warmere maanden. Daarnaast kun je ook voorvoeren met maden en wormen. Klik hier voor het artikel over wormen. Tot slot kun je ook penvissen en voorvoeren met boilies. Voor hele boilies raad ik het aan om gebruik te maken van 15mm, maar je kunt ook grotere boilies in stukjes doen en deze voorvoeren.
Hoeveel voorvoeren met penvissen
Afhankelijk van de watertemperatuur kun je bepalen hoeveel je moet voorvoeren. Je kunt bijvoorbeeld in de warmere maanden gerust meerdere handjes voer in het water doen. In de koudere maanden raad ik het aan om kleiner en minder veel te voeren. Lees hier meer over karper vissen in de winter. In het voorjaar beginnen de stofwisselingen van de karper steeds iets meer op gang te komen. De karper gaat meer zwemmen en hierdoor ook meer eten. Belangrijk is dat je genoeg voer in het water hebt, want wanneer een vis plek leeg is dan gaat de karper weg. Belangrijk is wel dat je nooit teveel voert. Bij teveel voeren zit de karper vol en wordt er al helemaal niet meer omgekeken naar je haakaas.
Waar voorvoeren
Met het penvissen is het belangrijk dat je kiest voor plekken die een obstakel hebben. Op dit soort plekken blijft de karper net iets makkelijker hangen en gaat hij zichzelf sneller op zijn gemak voelen. Kies daarom voor plekken tussen waterplanten of met overhangende bomen en takken. Kijk ook naar riet en stijgers of plekken waar je de karper in het water ziet liggen. Wel is het belangrijk dat je je visplek onthoudt. Dit kun je doen door altijd te voeren bij herkenbare obstakels, maar je kunt er ook voor kiezen door stokjes of takjes bij de visplek te leggen. In de zomermaanden kun je het beste kiezen voor plekken met schaduw, omdat de karper niet graag in de zon ligt. Tijdens de wintermaanden moet je juist kiezen voor plekken die in het zonnetje liggen, omdat dit de watertemperatuur net iets aangenamer maakt. Lees hier meer over waar de karper zit. Met het penvissen hoef je geen meters ver je aas te voeren, omdat je ook niet je pennetje ver weg werpt. Je kunt de plekjes gewoon voor je eigen kantje maken.
Extra tip: Als je gaat voorvoeren, kijk dan goed dat er geen watervogels in de buurt zijn. Wanneer je gaat voeren bij een meerkoet, dan eet hij binnen 5 minuten je hele plek leeg.
Voorvoeren in de winter
Voorvoeren in de winter is een vak apart. De karper is in de winter een stuk minder actief, omdat die in een soort van winterslaap zit qua eten betreft. Natuurlijk moet de karper wel een beetje eten, maar hij verbruikt in deze periode niet veel energie. Tijdens de winter moet je altijd op de plekjes mikken die zon bevatten en die obstakels hebben. Kijk ook altijd naar het ondiepe water tijdens het voorvoeren in de winter. Karpers bevinden zich in de winter in het ondiepe water, omdat met een beetje zon dit water net iets warmer is. Lees hier meer over het karper vissen in de winter.
Witvis voorkomen tijdens het voorvoeren
Het is natuurlijk vervelend dat je tijdens het vissen last hebt van brasems of voorntjes. Met voorvoeren kun je de kans kleiner maken dat zij bij je visplek zitten. Je kunt er namelijk voor kiezen om te voeren met aas wat voorntjes en brasems niet lekker vinden en je kunt ervoor kiezen om met te groot aas te voeren voor een kleine vis. De bek van een voorn en brasem is een stuk kleiner en dit zorgt ervoor dat ze grote boilies niet naar binnen krijgen.
Natuurlijk heeft het voorvoeren met groter aas ook nadelen. In de winter kun je niet met groot aas voeren, omdat de karper dan sneller verzadigd is. In de warmere maanden kun je wel met grotere stuken aas voeren, maar dat zorgt er in het begin voor dat de karper steeds een stukje aas pakt en dan weer weggaat. Het duurt dan langer voordat de karper zich vertrouwd voelt. Je wilt liever dat je allemaal kleine partikels op de bodem hebt liggen en dat de karper lang over de bodem aan het zoeken is naar het voedsel.
